Maastricht Militaire stad
Hobbe baron van Aylva |
Tijdens de belegering van 1748 bevond zich in de vesting een garnizoen van ongeveer 8.000 man. Stadscommandant Hobbe baron Van Aylva had zich ongeveer 12.000 man gewenst voor een goede verdediging. Een groot deel van die soldaten vond een onderkomen in zogenaamde barakken, kazernegebouwen die meestal vlak achter de stadsmuur gelegen waren. Het zijn langgerekte gebouwen zoals we ze bijvoorbeeld op de maquette aan het Lindenkruis, aan het einde van de tegenwoordige Capucijnenstraat zien, bij de Brusselsepoort en achter het zuidfront van de vesting Wyck. Ook andere gebouwen werden kortere of langere tijd gebruikt als kazerne zoals bijvoorbeeld het Bonnefantenklooster.
|
||||
Vrijthof |
Het centrum van alle militaire activiteiten was het Vrijthof, dat destijds als paradeplaats diende. Hier ligt de Hoofdwacht, waar ‘s nachts de sleutels van de stadspoorten en andere vestingwerken werden bewaard. Vanuit de Hoofdwacht werd de wacht over de poorten verdeeld en er bevond zich een kleine troepenmacht met enkele kanonnen die in geval van onraad als eerste in actie moest komen en alarm moest slaan. Op het Vrijthof werden troepen geinspecteerd en werden ook militaire straffen voltrokken. Zo stond er naast de Hoofdwacht een houten paard, een strafinstrument voor lichtere vergrijpen. |
||||
Martinuspoort en de Martinuskerk in Wyck |
|
||||